Het wegen van voedsters begint langzaam als vanzelfsprekend gezien te worden binnen de Nederlandse konijnenhouderij. Althans, dat zou het moeten zijn. Deze gewichten vormen namelijk een belangrijke parameter voor de conditie van de voedsters. De resultaten* uit het onderzoek ‘melkgift versus gewichtsontwikkeling voedsters’ van Victoria Mengvoeders, maar ook literatuurstudies vanuit het verleden tonen dit duidelijk aan. Het gewicht is een hulpmiddel om te kunnen sturen op een optimale productie gedurende de levensduur van de voedster. Tevens draagt een goede conditie van de voedster bij aan de een goede start van de lampreien.
De resultaten uit het onderzoek ‘melkgift versus gewichtsontwikkeling voedsters’ hebben vele nieuwe inzichten opgeleverd. Onder andere op het gebied van gewichtsontwikkeling van voedsters, melkgift, nestgewicht, ontwikkeling van de lampreien en het effect van babypark voer. In een serie van artikelen koppelt Victoria deze resultaten graag aan u terug. In dit eerste artikel leest u meer over de gewichtsontwikkeling en het conditiebehoud van voedsters.
Een optimale gewichtsontwikkeling van een voedster is van groot belang. Bij een goede gewichtsontwikkeling is de voedster in staat gezonde, grote en vitale nesten te werpen en groot te brengen. Tevens draagt de gewichtsontwikkeling bij aan de levensduur van de voedster. Tijdens iedere dracht moet een voedster kunnen groeien. Die groei bestaat uit de ontwikkeling van haar karkas/lijf, embryo’s en herstelgroei. Voor opfokvoedsters komt daar de eigen (snelle) ontwikkeling nog bij. Een optimale conditie en het behoud hiervan is dus cruciaal. Maar hoe ziet de gewichtsontwikkeling van een voedster er daadwerkelijk uit?
Om de gewichtsontwikkeling in beeld te brengen zou iedere konijnenhouder in de ideale situatie alle voedsters vóór KI, vlak voor het werpen en direct na spenen moeten wegen. Echter geeft dit de konijnenhouder veel extra werk waardoor dit in de praktijk weinig of niet gedaan wordt. Victoria adviseert daarom om in ieder geval minimaal 15% van de opfokvoedsters te wegen. Minimaal vóór KI maar het liefst gedurende het hele opfoktraject. Vanwege de snelle ontwikkeling in de genetische ontwikkeling van het laatste decennium streeft Victoria hierbij naar wat zwaardere opfokvoedsters dan wat van oudsher gangbaar is. De konijnenhouder krijgt hierdoor meer inzicht in de conditie van de opfokvoedster en kan hierop anticiperen. Anderzijds geeft het wegen van de opfok als extra voordeel dat de konijnen gemakkelijker in omgang worden. Het geven van fysieke aandacht aan de opfokvoedsters uit zich in een voedster die zich meer op haar gemak voelt waardoor zij minder snel stress ervaart tijdens andere handelingen zoals het insemineren, palperen en zogen van de jongen.
De resultaten uit het onderzoek* laten over de bedrijven heen een mooie gewichtsontwikkeling zien. De voedsters groeien mooi door in een oplopende lijn met rond dag 21 een kantelpunt. Dit beeld is logisch te verklaren aangezien de voedster inmiddels weer drachtig is. Om zichzelf niet te veel weg te geven bouwt de voedster vanaf de 21e dag de melkproductie af. Hierdoor behoudt ze voldoende conditie om de jonge embryo’s te kunnen laten groeien om vervolgens een gezond nest te kunnen werpen en grootbrengen. Een voedster die een worp goed afsluit, begint beter aan de volgende worp. Geeft de voedster zichzelf toch te veel weg, dan komt ze in een negatieve energiebalans terecht wat resulteert in een mindere kwaliteit jongen voor de volgende worp. Het is belangrijk om een groot gewichtsverlies te voorkomen. Een goed startgewicht speelt daarbij een belangrijke rol.
Figuur 1: Voedstergewicht per bedrijf > Bedrijf 1 en bedrijf 6 wijken enigszins af van de gemiddelde gewichten. Dit is te verklaren doordat deze 2 bedrijven op dat moment technisch minder goed scoorde.
Figuur 2: Voedstergewicht per worpnummer > Vanwege de snelle ontwikkeling in de genetische ontwikkeling van het laatste decennium streeft Victoria naar wat zwaardere opfokvoedsters dan wat van oudsher gangbaar is. Wat vandaag de dag het ideale gewicht voor een opfokvoedster is bij KI wordt nog nader onderzocht.
Om een negatieve energiebalans te voorkomen is het onder andere van belang de gewichten van de voedsters te volgen om daarop te kunnen sturen. Maar wat is nou een gezond gewicht van een voedster bij werpen of dekken? En hoe ziet een ideale gewichtsontwikkeling eruit over de verschillende pariteiten?
De lijndiagram ‘voedstergewicht per worpnummer’ laat vanuit het onderzoek een mooi beeld zien van de gewichtsontwikkeling over de verschillende pariteiten. Gemiddeld genomen zie je, met uitzondering van de eerste worp, bij iedere pariteit hetzelfde beeld terugkomen en volgen ze elkaar qua startgewicht mooi op. Het lagere startgewicht van de eerste worp ten opzichte van de meerdere worp voeder is enerzijds natuurlijk toe te wijden aan het feit dat deze opfokvoedster nog moet groeien. Anderzijds moeten we ons afvragen of het gewicht van ± 4 kilo van een opfokvoedster, met de huidige genetica en productiecapaciteiten, bij KI wel het ideale gewicht is. Dit geeft Victoria een uitdaging voor een vervolgonderzoek: Wat is het ideale gewicht voor een opfokvoedster bij KI?
Momenteel wordt in de konijnenhouderij aan de voedsters met jongen veelal een compromis voeder aangeboden. Een voeder wat geschikt is voor zowel de voedster als de jongen. Daar waar andere diersectoren positieve resultaten behalen middels het aanbieden van voer wat specifiek gericht is op de betreffende diergroep, loopt de konijnenhouderij mogelijk een gemiste kans. De laatste 10 á 20 jaren heeft de fokkerij voor spectaculaire verbetering op het aantal levend geboren gezorgd. Deze toename in nakomelingen heeft de voerbehoeftes in de verschillende stadia sterk doen toenemen. Vuistregels vanuit het verleden geven geen garantie voor topresultaten vandaag de dag. Met andere woorden, de genetische vooruitgang die is gerealiseerd vraagt om vernieuwde voeders en voerstrategieën. Dit is een richting waar Victoria als mengvoerbedrijf in de toekomst in de konijnenhouderij naar toe werkt.
Evenals voorgaande onderzoek ‘doorontwikkeling Babypark systeem naar Beter Leven Keurmerk’ blijkt ook uit het onderzoek ‘melkgift versus gewichtsontwikkeling voedsters’ weer dat het apart voeren van de voedsters en lampreien via het Babypark systeem, wat betreft gezondheid, welzijn en productie van de konijnen, positief uitpakt. We durven inmiddels voorzichtig te stellen dat het aanbieden van Babypark voer voor bedrijven vanaf 140 kg per GAV, of bedrijven die normaliter 10 konijnen per worp spenen, aan te bevelen is. Bijkomend voordeel is dat deze bedrijven de voedsters daardoor ook beter naar behoefte kunnen gaan voeren waardoor een win-win situatie ontstaat. Wanneer de voedsters nog specifieker gevoerd kunnen worden blijft de voedster tijdens lactatie nog gemakkelijker in conditie. Samen met konijnenhouders bekijkt Victoria momenteel hoe dit concept, het apart voeren van voedsters en lampreien, praktisch toepasbaar gemaakt kan worden.
Meer weten?
Praktijkonderzoek draagt in belangrijke mate bij aan kennis- en productontwikkeling en de vorming van nieuwe innovaties. Zo hebben de resultaten uit het onderzoek ‘melkgift versus gewichtsontwikkeling voedsters’ vele nieuwe inzichten opgeleverd. Onder andere op het gebied van gewichtsontwikkeling van voedsters, melkgift, nestgewicht, ontwikkeling van de lampreien en het effect van babypark voer. In een reeks van artikelen koppelt Victoria deze resultaten graag aan u terug. De komende tijd besteden we aandacht aan een aantal belangrijke onderwerpen die de konijnenhouderij naar een hoger plan brengen. Houd hiervoor onze website en socials in de gaten!
Lees ook:
* Praktijkonderzoek ‘melkgift versus gewichtsontwikkeling voedsters’, Victoria Mengvoeders 2021