De kwaliteit van de maiskuilen van 2022 kenmerkt zich, met een gemiddelde van 41,1 % ten opzichte van het langjarig gemiddelde van 37,3 %, door een hoog droge stof gehalte. In het zuiden van Nederland lag het gemiddelde zelfs op 42,3 %. Dit heeft een groot effect op de broeigevoeligheid van de kuil.
Drogere maiskuilen zijn over het algemeen gevoeliger voor broei. Het droge product is moeilijker te verdichten tijdens het inkuilen. Bij het openen van de kuil kan er gemakkelijk zuurstof naar binnen dringen met broei als gevolg.
Meer nog dan in andere jaren is het is van belang de kwaliteit van de maiskuil structureel en consequent te monitoren op broei. Hiermee kan broei aan het voerhek vanuit de kuil worden voorkomen. Ligt er broei op de loer? Anticipeer tijdig en onderneem hierop actie.
Een van de mogelijkheden om broei aan het voerhek te voorkomen is het inzetten van Koe-ling. Door het toevoegen van Koe-ling aan het basisrantsoen behoudt het voer zijn voederwaarde, frisheid en smaak. De kwaliteit en voederwaarde van het rantsoen blijven hierdoor beter gewaarborgd waardoor de voeropname, en dus droge stof opname en melkproductie, niet of nauwelijks wordt beïnvloed.
Bron: Eurofins
Meer weten?