De weken rondom afkalven zijn de meest kwetsbare in de lactatie. In die periode staat het metabolisme voor een grote uitdaging, namelijk een verschuiving van nutriëntengebruik voor groei van het kalf in de baarmoeder naar nutriëntengebruik richting uier voor biest en melkproductie. Dit veroorzaakt een verschuiving in het metabolisme en de energievoorziening. De voeropname rondom afkalven is dus van groot belang, om de koe in deze periode te voorzien van de juiste hoeveelheden mineralen en energie.
In 2019 is Victoria Mengvoeders, in samenwerking met 16 melkveebedrijven, begonnen met het in kaart brengen van de voeropname tijdens de transitieperiode. De voeropname van 72 groepen koeien werd gemeten, waarbij onder andere werd gekeken naar de voeropname per dag, body condition, voeranalyse en diverse bloedwaarden. Hieruit bleek de voeropname tussen bedrijven te variëren tussen de 10 en 18 kg droge stof per dier per dag tijdens de droogstand. Maar om rond afkalven het juiste, klant specifieke advies te kunnen geven, is het essentieel om de werkelijk opgenomen hoeveelheid droge stof per dag te weten.
In 2022 zijn we daarom, samen met Provimi en DAP De Herkauwers, gestart met een project om te onderzoeken of de werkelijk gerealiseerde voeropname te meten is aan bloed- of urine kenmerken. Tevens werden bloedwaarden bepaald aan energiemetabolisme en stress indicatoren.
Hiervoor werd op een viertal bedrijven een groep koeien intensief gevolgd van droogstand tot net na afkalven.
De conditie van de koeien werd bepaald op drie momenten: bij droogzetten, net voor afkalven en net na afkalven. Hieruit bleek dat alle koeien tijdens de droogstand licht in conditie toenemen. De indicatoren voor energiemetabolisme werden in het bloed op hetzelfde moment gemeten. Uit deze resultaten bleek dat 2 van de 60 koeien een iets verhoogd BHBZ hadden net na afkalven.
Het gangbare advies is om tijdens droogstand koeien niet in conditie te laten toenemen. Maar de resultaten van deze proef toonden dat koeien die (beperkt) in conditie toenemen de reserves net na afkalven snel inzetten als energiebron. Zonder dat hierbij problemen met slepende melkziekte/ketose ontstaan. Overige conclusies waren:
De praktijkproef heeft veel zaken bevestigd. Maar het onderzoeksdoel was om markers te vinden aan de buitenkant van de koe, die aangeven hoe het binnen in de koe gaat. Dit is nog niet helemaal gelukt maar tijdens het onderzoek zijn er wel zaken ontdekt die dit in de toekomst wel mogelijk kunnen maken. Kortom: we gaan verder onderzoek doen, met als doel een probleemloze transitie, met gezonde en renderende melkkoeien!
Dit onderzoek werd uitgevoerd in prettige samenwerking met:
DAP De Herkauwers
Provimi
Ondersteijn Melkveebedrijf
Melkveehouderij Poelen
Melkveehouderij Rombouts
Melkveehouderij De Pauwenhorst