25 januari 2021 - Blog

(Opfok)Voedsters probleemloos voeren naar behoefte

Indien we het maximale rendement uit onze voedsters willen halen zullen we het genetisch potentieel van de voedsters optimaal moeten benutten. Dit potentieel kan bereikt worden indien we de voedsters in optimale conditie brengen en houden. Een topsporter kan enkel en alleen zijn topprestatie bereiken als hij conditioneel topfit is. Om fit te zijn is het een voorwaarde dat het gewenste lichaamsgewicht past bij het genetisch potentieel waarin de voedster zich bevindt, qua leeftijd, maar ook qua productiestadium.

De fokkerijorganisaties geven ons duidelijke richtlijnen voor het verloop van lichaamsgewicht van voedsters -->

Sturen op lichaamsgewicht

De vraag is wat we er in de praktijk mee doen? Het is namelijk mogelijk om te sturen op lichaamsgewicht van voedsters. Het uiteindelijke lichaamsgewicht wordt namelijk bepaald door de aanzet of afbraak van eiwit (spier) en vet, in tijden dat de voedsters in een positieve energie- dan wel negatieve energiebalans zitten. Een positieve energiebalans wil zeggen dat de voedster meer energie opneemt dan dat zij verbruikt. Deze periodes zijn de opfok, dracht en begin lactatie. In periodes dat de voedster zich in een negatieve energiebalans bevindt, neemt de voedster minder energie op dan dat ze verbruikt. Vaak komen voedsters in een negatieve energiebalans tijdens de piek van de lactatie. Ook kan een voedster in een negatieve energiebalans komen tijdens periodes van ziekte. Tijdens periodes van ziekte neemt de voedster in het algemeen minder voer op dan gewenst. Tevens wordt het immuunsysteem van de voedster geactiveerd, wat nog eens extra energie vraagt.

Het sturen op een positieve of negatieve energiebalans is mogelijk via voeding. Logisch toch?! Maar wanneer geven we de voedsters het juiste voer, en de juiste voerhoeveelheid? Voerkeuze maar zeker ook voermanagement spelen hierbij een cruciale rol!

Opfokfase

Een goed begin is het halve werk. Een goede start in cyclus 1 is direct te linken aan een voedster die in de volgende cycli op hoger niveau weet te produceren. Met andere woorden; hoe de voedster “aan de start komt”, is een belangrijke indicator voor de verdere levensproductie. Dat wil zeggen dat er gestart moet worden met een voedster die goed opgefokt is. Een goede opfok, oftewel een goede ontwikkeling van de opfokkonijnen bepaalt mede de totale productie en het aantal gespeende konijnen per voedster.

Victoria heeft de afgelopen jaren op verschillende praktijkbedrijven wegingen uitgevoerd bij de voedsters. Ook tijdens de opfokperiode zijn gewichten geregistreerd. Vervolgens zijn de gewichten van de individuele voedsters gekoppeld aan de behaalde technische resultaten over de opeenvolgende worpen. Onze conclusie is dat er gestreefd moet worden naar een gezond startgewicht van de voedster. Hierbij kan de richtlijn aangehouden worden die gegeven wordt door de fokkerijorganisatie. Met andere woorden; voedsters die te licht of te zwaar zijn bij de 1e inseminatie, produceren minder gespeende konijnen over de opeenvolgende worpen.

Te lichte voedsters bij de 1e inseminatie komen niet bij qua gewicht tijdens de volgende lactatie. Over het algemeen worden bij deze voedsters evenveel lampreien bijgelegd als bij voedsters die wel voldoen aan het startgewicht. Te lichte opfokvoedsters bij de 1e inseminatie schieten daardoor te ver door in de negatieve energiebalans. Deze voedsters verliezen te veel lichaamsreserves. Het gevolg is een lagere vruchtbaarheid in de volgende worp, en dien ten gevolge een lagere productie. Over het algemeen worden deze voedsters sneller uitgeselecteerd. Daarmee daalt de productie per ingezette voedster.

Managementmaatregelen

Mogelijke managementmaatregelen om de vruchtbaarheid te verbeteren zijn:

  • Ben kritisch op het gewicht van de voedster bij 1e inseminatie!
  • Uniformeer de nesten; Leg bij deze voedsters minder lampreien op.
  • Uniformeer de nesten; Leg bij deze voedsters de lichte lampreien die niet mee kunnen bij andere voedsters in lager aantal.
  • Insemineer later bij een volgende worp of groep.

Uit bovengenoemde punten blijkt dat sturen op conditie van voedsters niet alleen een kwestie is van voerkeuze en voermanagement maar ook overlegbeleid/-management kan hierbij een rol spelen. 

Melkgift

Te zware voedsters bij de 1e inseminatie hebben meer problemen met de melkgift. Dit probleem werd geconstateerd bij zware voedsters in het algemeen (niet alleen bij de 1e worp). Oorzaken daarvoor zijn:

  • Te lage voeropnames van te zware voedsters tijdens warme periodes.
  • Zware voedsters hebben meer last van uierontsteking.

Hoe heeft Victoria de melkgift van voedsters bepaald? Victoria heeft op praktijkbedrijven nesten gewogen vóór en ná het zogen bij de voedster. De toename in gewicht van de nestjes is een maat voor de melkproductie van de voedster. Bevindingen uit de analyse van deze wegingen zijn:

1. Grote verschillen in melkproductie tussen voedsters.
2. Verschil in melkproductie tussen worpnummers.
3. Verschil in melkopname tussen lichte en zware lampreien in een nest.

1: Uit de analyse is gebleken dat te lichte en te zware voedsters minder melk produceren dan voedsters die in goede conditie zijn (volgens fokkerij richtlijn). Nogmaals een bevestiging dat sturen op conditie van voedsters essentieel is voor een goed technisch resultaat. Dus meer aandacht voor de individuele voedster! Bovendien is het wegen van totaal nestgewicht bij spenen, mogelijk een goede maat als extra selectiecriterium voor de voedsters.

2: De voedsters met een goede conditie laten een stijgende melkproductie met een stijgende conditie zien over alle worpen.

3: Lichte lampreien nemen minder melk op tijdens zogen. De lichte lampreien zijn minder sterk dan de overige lampreien in het nestje. Dat lichte lampreien minder melk opnemen dan zware is logisch. Maar als ze de concurrentieslag om melk gaan verliezen binnen een nestje dan zal dat tot gevolg hebben dat deze lampreien onnodig ver achterblijven in gewichtsontwikkeling, of zelfs uitvallen door gebrek aan melk (energie).

Er is hier middels voersamenstelling op ingespeeld. Victoria heeft in de Viko Fok Lapin aanpassingen in de receptuur doorgevoerd. Daarnaast hebben we de prestatiemixen losgekoppeld van het standaard voerassortiment. Daardoor kunnen we, indien nodig, tevens sneller schakelen. Via het los toevoegen van de prestatiemixen kunnen we indien gewenst speciale oplossingen inzetten ten behoeve van de aanpak van coccidiose, coli en dikke buiken en/of om een algehele weerstand boost te geven.

Vervolgonderzoek

Vanuit nieuwe inzichten starten er begin maart 2 stagiaires die voor ons de melkgift en gewichtsontwikkeling van de voedsters tijdens een cyclus nader gaan onderzoeken. De gewichten van de voedsters en jongen worden tijdens dit traject nauwlettend gevolgd en geanalyseerd. Vervolgens wordt er gekeken welke aanpak, onder verschillende omstandigheden, het grootste rendement geeft voor de konijnenhouder.

Piet Donkers
Nutritionist konijnenvoeders

Uitgelicht

Ons Verhaal 

In de videoserie Ons Verhaal vertellen we maandelijks wat er nodig is om rundveehouders met voer & advies succesvol te laten zijn. Elke maand komt er een nieuwe aflevering online, over onderwerpen die u als rundveehouder zeker zullen interesseren!



Lees meer